PLEKKEN – Wijkpastoraat De Union: trouw aan mensen

5 januari 2017

Het Oude Westen is rijk aan plekken waar bewoners elkaar tegen komen. Op sommige plekken gaat het contact niet verder dan een gedeelde interesse, langs elkaar heen schuiven tussen de boekenkasten, in dezelfde recreatieruimte zijn. Je wisselt een groet uit, vangt bij toeval een gesprek op. Maar er zijn ook plekken waar hechte groepen bij elkaar komen voor activiteiten en gezelligheid. De combinatie van intensieve en vluchtige ontmoetingen in de wijk, maken dat je je er vertrouwd voelt. Je durft aan een ‘vertrouwde vreemde’ bij de buurtsuper makkelijker iets te vragen. Hechte groepen steken  gemakkelijker de koppen bij elkaar. In het Oude Westen zijn maar liefst 22 ontmoetingsplekken die voornamelijk door vrijwilligers in stand worden gehouden. In deze serie ‘PLEKKEN’ gaan we kijken en luisteren naar wat mensen hier samenbrengt. Wie zijn ze, wat betekent deze plek voor hen, wat doen ze er en voor welke kwesties lopen ze warm? In deze eerste aflevering portretteren we wijkpastoraat De Union in de Sint Mariastraat 142b.

Als je vanaf het Gerrit Sterkmanplein de Sint-Mariastraat inloopt, kan het niet missen. Het pand van het wijkpastoraat aan de rechterkant van de straat valt op door het bijzondere bronskleurige schilderwerk. Het bordje ‘De Union’, mooi gekalligrafeerd, dwars op de gevel. Door het raam naar binnen kijkend, zie je kleedjes op tafels, een knusse ruimte. Er is bijna altijd iemand thuis.

Wijkpastor Katinka Broos – christelijk oecomenisch – ontvangt ons in haar ‘kantoortje’, samen met collega Fina Awusa. Hier begint meteen het verhaal van het wijkpastoraat dat al meer dan veertig jaar bestaat. Opgericht om bewoners te ondersteunen bij hun levensvragen en problemen. De lange bestaansgeschiedenis is zichtbaar in de groepen die er al lang actief zijn: de buurtkerk, de eetclub en ontmoetingsgroep De Nieuwe Haven. Daarnaast is er Open Huis, een inloopactiviteit. In de loop der tijd zijn er nieuwe groepen bij gekomen. Op het schema aan de muur staan een schilderclub, dagbesteding voor Hindoestaanse ouderen, groepen met verschillende etnische achtergronden – zoals Krachtvrouwen, Aziza’s Kitchen, de Diva’s en groepen zonder naam –  die met elkaar koken en eten, gezelligheid vinden. Er is een christelijke Congolese kerk, maar ook religieuze groepen die uit andere bronnen putten dan de bijbel, vinden onderdak in het wijkpastoraat: boeddhisme, hindoe, islam.

Plek van ‘zitters’.

Pastor Katinka heeft niets weg van een traditionele dominee, maar heeft met haar Verhalen al heel wat mensen geïnspireerd. “Dominee Van Krimpen – die trouwens de Havenloods heeft opgericht – wilde destijds een opvangtehuis voor mannen beginnen. Toen hij de bouwtekening van het gebouw kreeg voorgelegd, riep hij in wanhoop uit: “Wat kan ik nou?! Ik heb helemaal niks geleerd!”. Hij begreep niets van die tekeningen. Zo is het vaak ook bij ons. Wij weten niets. Als het om de ontmoeting met mensen gaat, heb je niets aan wat je hebt geleerd. Je kunt alleen maar open aanwezig zijn, luisteren, eens een vraag stellen, zodat mensen weer ruimte krijgen om hun eigen antwoorden te vinden. Fina, die sinds de zomer in dienst is om de groepen te begeleiden, knikt en slaat veelbetekenend haar ogen ten hemel. Ze is opgeleid tot maatschappelijk werkster, maar vertelt dat het zoeken was naar haar rol. “Geen pastoraal werker, maar wel maatschappelijk werkster in een pastoraat. Dat is vooral veel op je handen zitten, haha”. “Wij zijn niet van de regels bij de voordeur”, vult Katinka aan. “Als het echt niet anders kan, zetten we er een paar bij de achterdeur. Meer niet. Door alle ontwikkelingen in de wijk moesten wij opnieuw definiëren wat we willen zijn. We hebben opnieuw onze kern vastgesteld: mensen ondersteunen in hun eigen keuzes en hen helpen weer de regie in handen te nemen. Toch willen we eerder een plek van ‘zitters’ zijn dan van ‘doeners’. Je hoeft hier niets. Je mag hier moe zijn, het niet weten, je verhaal vertellen. En dat blijft dan staan. Punt. Wij gaan er niet aan peuteren. We komen niet meteen met de vraag: ‘En wat ga je er nu aan doen?’. En gaan ook niet onmiddellijk oplossingen aandragen. Dat vraagt dat je onvoorwaardelijk bij mensen aanwezig kunt zijn. Een bijzonder en waardevol goed in deze tijd en daar willen we trouw aan blijven. Soms, als er vertrouwen is, kun je misschien een stapje verder gaan en suggesties aandragen voor het oplossen van een probleem. Dat noemen we ‘ingebedde interventie’. Zo heb ik iemand die zijn hele leven lang geen uitkering wilde, voorgesteld toch AOW aan te vragen, omdat ik zag dat hij het financieel niet meer kon redden. Dat is gelukt. Dat ontstaat dan in de vertrouwensrelatie”.

Deze week worden trouwens de handen flink uit de mouwen gestoken. Fina heeft alle groepen vrouwen bij elkaar weten te krijgen rondom één doel: gedeeld eigenaarschap. Het pand wordt opgeruimd en schoon gemaakt. Donderdag is de beste dag, want dan zijn de kinderen naar school. Katinka is alvast begonnen met de kantoorkast.

“Kleine dingen, waardoor mensen kunnen ervaren dat ze erbij horen”

Eetclub en Buurtkerk.

’s Avonds gaan we terug naar het wijkpastoraat. Het is er een drukte van belang. Een aantal mensen is net terug van de crematie van Sako Sugata, een bekend figuur in de wijk, die op de West-Kruiskade is verongelukt. Op de piano staat zijn portret en zijn foto is in de fotogalerij van overledenen aan de muur opgenomen. Volgens de aanwezigen heeft Katinka ‘mooi gesproken, precies zoals Sako was’. De aanwezigen putten troost uit haar woorden. En hoewel de stemming wat gedrukt is, is het gezellig. Vrijwilliger Aat de Groot vraagt aan de binnenkomende leden van de eetclub wat ze willen drinken, terwijl zijn vrouw Bernadette in de keuken aan het werk is. Ze drukt de potten met bruine bonen onder de neus van haar man; die mag hij openmaken. Beiden zijn al heel lang betrokken bij de eetclub. Bernadet al vanaf het begin, veertig jaar geleden, begonnen in ’t Winkeltje aan de Van Speykstraat. Theo draait ook al die al tijd mee en Joost vijftien jaar. Ewout is met z’n vijf jaar een relatieve nieuwkomer. Het doel van de eetclub is eenvoudig: gezelligheid en een goede maaltijd, voor ‘wie het kan betalen’ €4,50. Aat: “Er komen hier mensen die thuis nooit een warme maaltijd klaar maken. Niet dat ze geen fornuis hebben of niet kunnen koken. Het zit er gewoon niet in. Voor hen is de eetclub de enige warme maaltijd per week, soms ook het enige contact met anderen”. “Je ben er uit, het is uit eten zonder uit eten te zijn”, merkt Ewout op.

De eetclub is een onderdeel van de Buurtkerk, destijds opgericht door dominee Bob ter Haar van de Jeugdhaven. “Geen domineeskerk. We hebben onze eigen liturgie. Er is een lezing, door Katinka of een andere dominee, of een priester, soms ook een vrijwilliger. Ze gebruiken Bijbelverhalen waarin mensen hun eigen levensvragen kunnen herkennen. We bidden met elkaar, gedenken elkaar. We gaan met elkaar in gesprek. En we hebben een eigen liedboek samengesteld. Dat is uniek. We gaan bij elkaar op huisbezoek bij ziekte of eenzaamheid en kijken naar elkaar om; sturen een kaartje, een bloemetje. Kleine dingen, waarin mensen kunnen ervaren dat ze erbij horen, niet vergeten worden. We hebben tegenwoordig ook een App om elkaar op de hoogte houden. Dit jaar hebben we een zwaar jaar gehad. Er zijn zeven mensen overleden. We treuren samen, maar vieren ook dat het leven doorgaat”.

Wilt u weten wat er in wijkpastoraat De Union te doen is? Kom dan even langs. Iedereen is welkom. Bellen kan ook 010 – 436 7070. Op Facebook: wijkpastoraatrotterdamwest.