Van de straat: Nina Aalbers

8 maart 2017

 

Negenentwintig jaar, architect en trotse bezitter van een zelf ontworpen huis in het Oude Westen. Aan het woord is Nina Aalbers.

‘Ik ben geboren en getogen in Tilburg. Al was ik wel een beetje import want mijn ouders komen er oorspronkelijk niet vandaan. Ik was een natuurkind. Nina Natuur noemden ze me vroeger, omdat ik altijd met beestjes en natuur bezig was. Daarom vind ik het heel tof dat ik nu een eigen tuintje heb. Maar de stad heeft me altijd getrokken. Als je bezig bent met bouwen, is de stad interessant. De complexiteit en hoe een stad functioneert. Ik denk dat steden verder zullen groeien; nadenken over hoe we dat gaan oplossen, en over hoe en wat we waar toevoegen aan de stad vind ik boeiend.’

Elke dag op de bouw

Nina gaat in 2006 bouwkunde en architectuur studeren aan de TU Delft. Haar vriend Ferry studeert er ook. Hij woont in Rotterdam. Als ze gaan samenwonen, betrekken ze voorlopig een appartementje op de Lloydpier. ‘We wilden een eigen plekje vinden. Het Oude Westen kenden we goed, we werden verliefd op de buurt. We vonden een stukje grond aan de Gouvernestraat en de gemeente gaf toestemming om daar te bouwen. We werden echt goed geholpen door de gemeente en woonstad. We vonden een snelle bouwer omdat we onze buren zo kort mogelijk tot last wilden zijn. We hadden een maquette gemaakt van ons huis en de woningen er omheen. We gingen langs onze buren om te vertellen dat wij hun nieuwe buren zouden worden. Sommige mensen moesten wennen aan het idee, anderen vonden het gelijk al grappig. We waren elke dag op de bouw. Als er iets aan de hand was, waren we direct aanspreekbaar. Het was echt heel leuk. We hadden al veel contact met iedereen voordat we hier na een proces van twee jaar zijn gaan wonen. Nog steeds hebben we leuk contact met onze buren.’

Het pand van de Aktiegroep

‘Het huis is helemaal ons eigen idee. We vonden het leuk om een openbare ruimte naar de buurt gericht op de begane grond te hebben waar je gemakkelijk naar binnen kijkt. Daar eten we en hebben we mensen over de vloer voor het architectenwerk wat we doen. Op de tweede verdieping is een werkplek en daarboven kunnen we ons wat meer terugtrekken op onszelf. We hebben een besloten dakterras waar we rustig kunnen zitten.’

Nina raakt betrokken bij de Aktiegroep doordat ze aanschuift bij het actualiteitenoverleg om te vertellen over hun bouwplannen. ‘Onze plannen werden goed ontvangen. Vooral ook omdat wij geen sociale huurwoning(en) onttrekken en wel bijdragen aan verdichting in de stad. We zijn verschillende keren naar activiteiten bij de Aktiegroep geweest. Ze hebben me gevraagd of ik mee wilde denken over hun gebouw. De gemeente vraagt zich af of de Aktiegroep er nog wel goed zit. Het is een duur, groot en slecht geïsoleerd gebouw. Wel wordt gezien dat er veel waarde zit. In een groepje zijn we nu aan het nadenken hoe we deze waarde duidelijker kunnen laten zien, hoe we het gebouw misschien in eigen beheer kunnen nemen en hoe we het gebouw efficiënter kunnen maken. Het is zo leuk om hierin mee te doen. Ik ben gewend om met mensen te denken die heel erg met bouwen bezig zijn. Bij deze groep zitten ook mensen die vanuit andere perspectieven denken. Het zijn interessante gesprekken waar ik veel van leer.’

 

Werken aan plekken

Toen Nina afstudeerde, waren het de hoogtijdagen van de crisis. Veel architecten hadden het moeilijk. ‘Ferry en ik kregen in die tijd een project voor een particulier woonhuis. We gingen samenwerken en ik was er fulltime mee bezig. Ik zocht een werkplek en kon bij het Rotterdamse Architectenbureau Groosman terecht. Zij hadden ruimte over vanwege de crisis. Zij vroegen mij of ik bij hen wilde komen werken. Zodoende had ik in een keer een baan en een project dat veel tijd kostte. Dat was keihard werken, maar ik heb veel geluk gehad. Bij Groosman werk ik aan woningbouwprojecten mee. Dat zijn vaak grote projecten. Ik denk strategisch mee over de invulling van een plek. Soms komt iemand met een idee of soms gaan we zelf op zoek naar een plek en vragen we ons af of daar wat mooiers van gemaakt van zou kunnen worden. Vaak trekken we samen op met een projectontwikkelaar en soms met een aannemer om te kijken wat haalbaar is. We beginnen met de plattegronden, ontwerpen dan de gevels en vervolgens komen de materialen erbij. Het voorlopig ontwerp is mijn eindproduct. Bouwkundigen gaan er mee verder en detailleren het ontwerp tot aan het schroefje. Ik doe tekenwerk, maak schetsen en maquettes en ik werk in 3D programma`s. Het mooiste van mijn vak vind ik het creëren en het fysiek verbeteren van wat je om je heen ziet. Er zijn veel plekken waar potentie in zit. De leukste projecten vind ik bouwen op een plek wat extra woonruimte oplevert en een probleem oplost. Dat kan op kleine en op grote schaal zijn.’

 

Hergebruik van materialen

Nina heeft het naar haar zin in het Oude Westen en hoopt er nog lang te blijven wonen.  ‘Het is een toffe veelzijdige buurt waar veel gebeurt. De mensen zijn vaak vrolijk op straat en spreken je ook aan. Mensen wonen hier over het algemeen al lang en er zijn veel verbanden. Ik hoop dat dit blijft en ook dat er nog meer kleine bedrijvigheid komt, kleine ondernemers die met elkaar de wijk kunnen versterken. Er mag wel iets meer liefde komen voor de openbare ruimte. Meer groene plekjes. Ik verbaas me over het afval op straat. Ik zie veel toekomst in een circulaire economie en hergebruik van materialen. Onze gevelstenen zijn van bouw en sloopafval gemaakt. Als je ziet wat wij allemaal weggooien .. ik zou het tof vinden als daar meer over na zou worden gedacht.’