Geldgebrek: Het kan de beste overkomen

6 april 2017

 

Er is ook armoede in het rijke Nederland. Mensen met een uitkering, alleenstaande moeders, maar ook werkende mensen met een laag inkomen, kleine zelfstandigen, flexwerkers, AOW’ers zonder aanvullend pensioen, mensen die door echtscheiding of te hoge hypotheeklasten de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Vanwege trots, ‘ik ben geen armoelijder, ik kom er zelf wel uit’, of schuldgevoelens wachten mensen vaak te lang met hulpzoeken.

 

“Als mijn moeder vroeger ‘Armoe aan Dronkenaatje!’ riep, wisten wij genoeg. Dan gingen we de stad in, meestal voor nieuwe schoenen, want daar was ze dol op. Ik herinner me nog dat ik knalgroene sandalen kreeg van heel zacht leer, met een open teentje. Die waren in de uitverkoop dubbel afgeprijsd vanwege de kleur. ‘Artistiek’ noemde mijn moeder het. We hadden het geluk dat mijn vader kruidenier was. De winkel liep slecht dus er bleef veel over. Voor ons gezin bestond ‘over de datum’ niet. Schimmel werd gewoon even uit het brood gesneden. Er was altijd spanning over geld. Mijn zusje ging bedplassen, ik begon nagels te bijten. Mijn broer was ‘moeilijk’ en moest naar een bijzondere school. We hebben onze ouders veel verweten, maar toen we ouder werden gingen we inzien dat zij onder hele moeilijke omstandigheden hun best hebben gedaan”.

 

Explosieve groei armoede.
Dit verhaal van een oudere buurtbewoonster speelt zich af in de naoorlogse jaren. Kinderen die toen in armoede leefden, konden dankzij de toenemende welvaart hogerop klimmen en hun kinderen een betere start te geven. Maar dat lukte niet iedereen en de laatste jaren is de armoede weer toegenomen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport spreekt zelfs van een ‘explosieve groei’. Als mensen langdurig in armoede leven, kunnen ze sociaal niet meedoen. Als je niet de juiste kleren draagt, geen mobieltje of laptop hebt, hoor je er niet bij. De verleiding om dingen te kopen die je niet kunt betalen, is dan groot. Geld lenen werd lange tijd aangemoedigd.

Niet zelden draagt de overheid zelf bij aan de geldproblemen. Bijvoorbeeld door boetes op te leggen als mensen een fout maken, omdat ze niet over de juiste informatie beschikken, iets vergeten zijn, of door onverwachte omstandigheden hun aflossingsafspraken niet kunnen nakomen.

 

Falende hulpverlening.
Een moeder: “Ik kreeg een brief waarin stond dat ik gefraudeerd had, maar de Kinderopvang was vergeten een formulier in te vullen. Ik moest 3000 euro terugbetalen. Heb er jaren over gedaan. Sindsdien vraag ik nooit meer toeslagen aan. Zoiets wil ik nooit meer meemaken”. Een alleenstaande man: “Ik wil geen bemoeienis meer met instanties. Ze willen alles van je weten en je mag niks meer zelf beslissen”. Een migrant: “Ik klop niet meer bij instanties aan: veel te ingewikkeld en ik heb geen computer”. In de buurtwinkel kunnen ze het merken als de Sociale Dienst een brief heeft gestuurd. Dan loopt het weer storm.

Zowel van hulpverleners als van wijkbewoners hoor je kritiek op de regels en instanties, en op gemeente Rotterdam. “De hulpverlening is steeds meer op afstand geplaatst. Mensen worden met hun tassen met papieren van het kastje naar de muur gestuurd. Zelfredzaamheid is het toverwoord, maar niet iedereen is zelfredzaam. Ze hebben een verstandelijke beperking, zitten psychisch in de problemen, spreken de taal niet, of zijn in het isolement geraakt. Als de deurwaarder aan je deur staat of je wordt je huis uitgezet, heb je niets aan ‘kom over vier weken maar terug voor een vraagverhelderend gesprek’. Een hulpverlener: “Als we vermoeden dat er ergens grote problemen zijn, mogen we niets doen onder het mom van bescherming van de privacy. Je bent aan handen en voeten gebonden door de regels”. Mensen zijn ook gewoon kwaad: “Het gemeentebestuur waar Leefbaar de dienst uitmaakt, heeft een afbraakbeleid gevoerd. Nu de problemen steeds erger worden, moet de boel weer worden teruggedraaid. Maar wat je eenmaal kapot hebt gemaakt, bouw je niet zomaar weer op”.

 

“Praat erover, zoek iemand die je genoeg vertrouwt”.

Er zijn ook veel opbeurende verhalen. Van mensen die van alles bedenken om elke maand weer rond te komen. Van mensen die vertellen hoe ze ‘eruit gekrópen zijn’ en die anderen helpen, tips geven en bemoedigen: ‘Als het mij is gelukt, kun jij het ook’. Er komt iemand met een hele lijst organisaties die iets doen ‘voor de kleine beurs’. Dan blijkt opnieuw hoe belangrijk de ontmoetingsplekken in de wijk zijn. Het Wijkpastoraat, de Leeszaal, de Buurtwinkel van de Aktiegroep, De Nieuwe Gaffel, de Ruilwinkel… Buurtbewoners hebben allemaal zo hun eigen ‘stekkie’ waar ze zich vertrouwd genoeg voelen om iemand om hulp te vragen. En overal hoor je dezelfde adviezen.

“Pas op voor malafide bureautjes die alleen maar geld aan je willen verdienen. Wacht niet te lang met hulp vragen. Zoek iemand die je genoeg vertrouwt. Blijf niet in je schaamte hangen. Praat erover. Ik heb zelf ook negen maanden zonder gas en licht gezeten. Een wijkbewoonster heeft me geconfronteerd. Dat was hard, maar het heeft wel m’n ogen geopend.”

 

Weer grip krijgen geeft vrijheid.

Hulpverleners geven toe dat de coördinatie tussen de zorgaanbieders, de gemeente, woningbouwcorporaties, energieleveranciers e.d. beter en sneller moet; om te voorkomen dat mensen hun huis uit worden gezet, gaan zwerven, of maandenlang zonder gas en licht komen te zitten. Jeroen Veddema, de kersverse coördinator van de VraagWijzer: “We beseffen dat we veel meer moeten doen om te voorkomen dat mensen tussen wal en schip terecht komen. Meer naast mensen moeten gaan zitten, die het zelf niet redden. Ze soms letterlijk bij de hand nemen. Opbellen, langsgaan, een sms’je sturen desnoods. Er zitten veel mensen in een hel. Wij moeten hen erdoorheen helpen en de hulpverlening verbeteren.”

Natuurlijk doen hulpverleners ook gewoon dagelijks hun best om mensen te helpen. Lily-Ann Kock is budgetcoach bij de ‘Financiële Ondersteuning’ van WmoRadar. Ze zit twee ochtenden in de week bij De Nieuwe Gaffel. Mensen worden naar haar doorverwezen via de VraagWijzer. “Wij kunnen de problemen van mensen niet oplossen, maar hen wel helpen om het overzicht weer terug te krijgen. De weg wijzen naar de hulp die nodig is. Dat begint vaak bij het op orde brengen van de papierwinkel. Als het lukt om weer grip te krijgen op je financiële situatie, heb je wel je vrijheid terug”.

 

 

De VraagWijzer houdt spreekuur bij De Nieuwe Gaffel op dinsdag- en vrijdagochtend tussen 9.00 en 12. 00 uur. De Leeszaal op woensdag van 10.00 tot 12.00 uur. Wijkgebouw Stadsdriehoek aan de Kipstraat op dinsdag tussen 9.00 en 12.00. Wie anoniem wil blijven, kan op bepaalde tijden chatten met een consulent via www.vraagwijzer.centrum.nl. Bij de Aktiegroep zitten veel ervaringsdeskundigen die de weg weten in het hulpverleningsweb en praktische hulp kunnen bieden. Loop langs en vraag naar Petra of Joke. Of bel de Buurtwinkel 010-436 17 00.